Maandag start officieel het grootschalige Eris-proces rond motorbende Caloh Wagoh. In dit proces is Spijkenisser Tony de G. (36 jaar) de kroongetuige. Justitie heeft voor dit proces ruim acht maanden uitgetrokken tot medio april 2022.
Proces
Eris is één van de omvangrijkste liquidatieonderzoeken in Nederland meldt justitie in een eigen persverklaring. In de onwaarschijnlijk korte periode van acht maanden werden vijf mensen doodgeschoten, waaronder de Belg Stefaan Bogaerts in Spijkenisse in 2017, en werden er elf moorden voorbereid. En dan is er ook nog ander heftig geweld, waaronder aanslagen op De Telegraaf en de Panorama. In het Eris-proces staan onder anderen kopstukken Delano R. en Greg R. terecht en twaalf andere verdachten van de inmiddels verboden motorclub Caloh Wagoh terecht. De motorclub wordt door justitie ook gezien als 'mogelijk moordcommando' van topcrimineel Ridouan Taghi, die zelf terecht staat in het Marengo-proces.
Kroongetuige
Een van de oud-leden, Tony de G. uit Spijkenisse, verklaart als kroongetuige over heftige en ontwrichtende (levens)delicten en over een criminele organisatie. De G. zelf heeft ook een strafblad opgebouwd in de loop der jaren. Van het dealen van drugs tot de betrokkenheid bij een liquidatie. De G. werd geboren in Schiedam, maar groeide op in Spijkenisse op een woonwagenkamp met zijn ouders. Korte tijd werkte hij ook in het autosloopbedrijf van zijn vader, maar daarbuiten belandde hij in het criminele circuit. Door een 'eigen verslaving aan drugs en drank' kwam de Spijkenisser volgens het AD zelf op een dodenlijst terecht, omdat hij zijn afspraken niet altijd nakwam. Caloh Wagoh leek een uitweg, maar ook binnen die club verliep het niet goed met hem. Na zijn mogelijke betrokkenheid bij een liquidatie, vluchtte hij naar Spanje. Daar werd hij door justitie gevonden.
Heropend
Moordonderzoeken werden heropend na verklaringen van Tony de G., waarna ook oude PGP-berichten op telefoons alsnog werden ontcijferd en waar de liquidaties het onderwerp van gesprek waren. Hierdoor groeide het bewijs tegen de nu bekende verdachten. Ook de aanslagen op media als de Telegraaf en de Panorama wordt aan de motorclub ten laste gelegd. Daarbij neemt justitie ook in overweging mee dat de moorden en ander excessief geweld op klaarlichte dag plaatsvonden, maar waarbij geen rekening werd gehouden met eventueel gevaar voor onschuldige omstanders.